Nog niet zo lang geleden stond er op het gesprekskaartje dat een deelnemer van mijn gespreksgroep ‘De Kring’ had getrokken: “Hoop doet leven, maar leven doet ook wanhopen.”
Voor de meeste bewoners van Polderburen, waar ik als geestelijk verzorger werk, is dit huis hun laatste woonplek.
De gespreksleden van mijn groep zijn zich daar maar al te goed van bewust, het komt regelmatig ter sprake.
De bewoner met het kaartje in zijn hand, leest de uitspraak hardop en denkt na. Hij kijkt mij aan en zegt dat hij het tweede gedeelte van de stelling wel erg negatief vindt: “ik heb in mijn leven heel wat verdriet gekend, ik heb geleerd er mee om te gaan en heb het voor zover dat mogelijk is, verwerkt. Er was altijd weer uitzicht op wat voor manier dan ook”.
De anderen knikken, geven voorbeelden uit hun leven waardoor ze, ondanks hun pijn of rouw, vertrouwen hadden dat er toch nog iets goeds te verwachten was.
Is dat ook niet de betekenis van hoop? Dat je het ondanks alles volhoudt, omdat je ergens het besef of het vertrouwen hebt dat het ooit goed komt, op welke manier dan ook.
Of misschien meer op de bewoners van toepassing: met het vooruitzicht dat het leven nog zínvol is.
Al vele jaren werk ik in dit woonzorgcentrum en iedere keer kan ik alleen maar bewondering hebben voor de manier waarop zij tegen het leven aankijken. Hoe ziek of afhankelijk de bewoners soms ook zijn, ze hopen dat ze nog zo lang mogelijk hun eigen regie kunnen behouden en zin aan hun dagelijks leven ervaren.
Zoals een mevrouw onlangs zei: “deze hand doet het dan wel niet meer, maar ik heb nog een andere…”.
Velen van hen hebben geen grote verwachtingen meer in het leven, maar dat wil niet zeggen dat ze geen hoop hebben om het zo lang mogelijk vol te houden. Hun wereld is klein geworden, en ze houden zich vast aan de kleinere dingen om hen heen, die zin geven aan hun leven.
De bewoner die het kaartje trok, staart voor zich uit en zegt: “Een leven zonder hoop is ondenkbaar, dat houden we niet vol”.
Ik ben het met hem eens. Hoop is geworteld in de diepste aard van de mens.
Judith van de Kreeke,
Geestelijk verzorger Polderburen